Boek 1 post 20: pagina 278 - 288
Paranoia. Een nog niet eerder besproken concept in Freud's studies - waar nog vele uiteenzettingen over zullen volgen. We zijn nog steeds in het hoofdstuk van de Manuscripten, die - ondanks dat het om schetsen van Freud aan zijn vriend Fliess gaat - enkele uitvoerig uitgewerkte theorieën bevatten. Zo ook deze schets over paranoia (Manuscript H voor wie meeleest;-).
Freud rekent de paranoia (ziektebeeld waarbij men wanen heeft) tot de afweer(neurosen). Bij paranoia projecteert men iets wat men vreest naar buiten. Bijvoorbeeld wanneer men de angst heeft om een slecht mens te zijn, kan zich een waan manifesteren waarin men ervan overtuigd is dat anderen (de buitenwereld) de persoon een slecht mens vinden. De patiënt 'bespaart' zichzelf dan dit oordeel en onthoudt zichzelf van zelfverwijt, maar projecteert het naar buiten. De buitenwereld wordt als kwaadaardig ervaren. De concrete inhoud van het verwijt blijft daarmee ongestoord, maar de plaats verandert: 'eerst is het een innerlijk verwijt, daarna een van buiten afkomstige verdachtmaking' (p. 280). Hiermee 'wint' de patiënt volgens Freud dat zij het van binnen gevelde oordeel niet hoeft te accepteren, maar het van buiten afkomstige oordeel kan afwijzen. Het oordeel, het verwijt, wordt daarmee weggehouden van het Ik.
"Paranoia beoogt dus een niet met het Ik te verenigen voorstelling af te weren door haar feitelijke bestaan naar de buitenwereld te projecteren" (p. 280)
Hoe komt nu een dergelijke verplaatsing tot stand? Freud geeft daarvoor twee mogelijkheden. Ten eerste gaat het om een in het dagelijks leven zeer frequent optredend mechanisme van verplaatsing of projectie - maar wordt dit bij de paranoia misbruikt. Bij elke innerlijke verandering hebben we immers de keuze of we een innerlijke of een uiterlijke oorzaak aan willen nemen. 'Zodra iets ons wegdringt van de innerlijke toedracht, zullen wij natuurlijk naar de uiterlijke grijpen' (p.280). Met andere woorden, we projecteren allemaal regelmatig een gevoel of verwijt naar buiten toe en leggen daarmee de oorzaak bij de ander. De paranoïde patiënt misbruikt dit principe en doet dit voortdurend - en kan daarbij geen andere zienswijze meer in overweging nemen. Ten tweede is het normaal dat onze innerlijke toestanden aan anderen worden verraden (o.a. door onze lichaamshouding, mimiek, gebaren etc.) - maar wanneer men vergeet dat dit voor anderen zichtbaar is en men overschat wat de ander van ons weet of ons aandoet (men wordt achterdochtig) kan er sprake zijn van paranoia. Freud spreekt daarom van misbruik van het projectiemechanisme ten bate van de afweer (p. 281). Het primaire symptoom van de paranoia is de achterdocht. Paranoia kent een overeenkomst met dwangvoorstellingen in het gegeven dat verdringing plaatsvindt nadat een bepaalde herinnering een gevoel van onlust heeft vrijgemaakt. Bij de dwang ontstaat er zelfverwijt dat vervolgens verdrongen wordt- bij paranoia daarentegen wordt de onlust via projectie op de medemens 'geplakt'.
Enkele korte voorbeelden worden geschetst om het principe te illustreren: (vrij overgenomen van p. 280-281)
- de alcoholicus zal zichzelf nooit bekennen dat hij door de drank impotent is geworden. Hoeveel alcohol hij ook verdraagt, dit inzicht verdraagt hij niet. Dus is zijn vrouw de schuldige - jaloersheidswaan.
- De bij de promotie overgeslagen ambtenaar kan niet zonder achtervolgingscomplot en het idee dat hij in zijn kamer bespioneerd wordt, anders moet hij zichzelf zijn falen bekennen.
- een land kan de gedachte niet bevatten dat ze in oorlog kan worden verslagen. Ergo: ze is niet verslagen, de overwinning telt niet; ze toont het voorbeeld van een massaparanoia en verzint de waan van verraad. [Doet mij denken aan een bepaalde president in de Verenigde Staten - gewoon ontkennen die handel - "it never happened" --> gevalletje van grootheidswaan].
Bij alle soorten wanen (achtervolgingswaan, grootheidswaan etc.) wordt steeds het pijnlijke weggehouden van het Ik. En:
"In alle gevallen wordt aan het waandenkbeeld vastgehouden met dezelfde energie als waarmee een ander, ondraaglijk pijnlijk denkbeeld door het Ik wordt afgeweerd. Zij houden dus evenveel van de waan als van zichzelf. Dat is het geheim." (p. 282)
Zij houden dus evenveel van de waan als van zichzelf - de waan is ze te lief, te veilig om op te geven, zo klinkt het. Vandaar ook de hardnekkigheid om de waan los te laten die veel gezien wordt bij paranoïde personen; de realiteit is te overweldigend.
"Humankind cannot bear very much reality" - zo schreef de dichter T.S. Eliot in 1935.
"Go, go, go, said the bird: human kind Cannot bear very much reality. Time past and time future What might have been and what has been Point to one end, which is always present."
(uit de Four Quartets)
Een paar pagina's verder trekt Freud de paranoia nog verder door naar het hallucinatoire. Het verdrongen affect en ook de herinnering aan een (onplezierige) ervaring keren terug in het bewustzijn als opduikende gedachte, visuele of sensorische hallucinaties. Het verdrongen gevoel bijvoorbeeld keert regelmatig in hallucinaties van stemmen terug. De stemmen reproduceren als het ware het zelfverwijt - vaak vervormd en als dreigement (gelinkt aan het primaire symptoom van de paranoia - de achterdocht). Dit proces eindigt vaak ofwel in melancholie (Ik-kleinheid) - waarin de zelfverwijten voor waar aangenomen worden, óf vaker (en ernstiger) in beschermende waanvorming (grootheidswaan) waarin het Ik een volledige verandering heeft ondergaan. Deze ideeën zullen pas veel later (1924) weer terugkeren in Freud's werk.
Salvador Dali werkte met het idee van paranoia. Hij paste de zogenaamde paranoïde-kritische methode toe in zijn surrealistische werken, waarin hij probeerde een paranoïde toestand bij zichzelf op te roepen tijdens het schilderen.
Een leuke wetenswaardigheid is dat Dali en Freud elkaar ontmoet hebben in 1938 (het jaar voordat Freud overleed). Dali was geïnspireerd door Freud en ondernam een aantal pogingen om hem in Wenen te bezoeken - maar dit lukte pas in 1938 toen Freud al naar Londen was verhuisd.
Dali maakte een schets van Freud - zo te zien niet in paranoïde toestand - die nog steeds te zien is in het Freud Museum in Londen (Freud's laatste woonhuis).
Comments