Boek 1 post 10: pagina 137 - 150
Het hoofdstuk met de lange titel "Een geval van genezing door hypnose, benevens opmerkingen over het ontstaan van hysterische symptomen door de 'tegenwil'" heeft als publicatiedatum 1892-93 en verscheen als artikel in een tijdschrift/vakblad voor hypnose.
Het artikel beschrijft een patiënte van Freud, die pas in staat was haar baby borstvoeding te geven nadat zij met hypnose behandeld werd. Zij leed aan allerlei fysieke kwalen die het geven van borstvoeding belemmerden, waaronder pijn bij het aanleggen van de baby aan de borst, gebrek aan eetlust en spijsverteringsproblemen. Door de beeldende schrijfstijl van Freud leest de ziektegeschiedenis als een kort verhaal, waarbij juist de (enigszins) overbodige informatie zijn vertelkunst onderstreept:
"Ik trof haar met hoogrode wangen in bed aan, woedend dat zij het kind niet kon zogen, een onvermogen dat bij elke poging sterker werd en waartegen zij zich uit alle macht verzette." (p. 141) (...) "Ik werd niet als welkome redder in de nood begroet, maar duidelijk slechts met tegenzin geaccepteerd en mocht op niet al te veel vertrouwen rekenen." (p.141) (...)
Met slechts twee hypnotische behandelingen weet hij de vrouw te genezen.
"Ik had hier niets meer te zoeken. De vrouw zoogde het kind acht maanden lang en ik was vaak in de gelegenheid mij als vriend van de goede gezondheid van moeder en kind te vergewissen." (p.142)
Foto's uit persoonlijke collectie ansichtkaarten
De tekst vervolgt met een theoretische uitleg over het psychische mechanisme dat tot de stoornis heeft geleid, waarvan ik mijn best zal doen deze in eigen woorden te vatten.
Freud legt uit dat we als mens voornemens kunnen hebben (ik wil zus en zo gaan doen) en verwachtingen (dit of dat zal mij gaan gebeuren) en dat beide een bepaald affect (gevoel of emotie) kunnen oproepen. Welk gevoel dat is hangt af van de subjectieve onzekerheid die we over het voornemen ervaren. We maken ons daar voorstellingen van (zogenoemde pijnlijke contrastvoorstellingen) bijvoorbeeld dat het ons niet gaat lukken, dat het voornemen te moeilijk is etc. Ook bij verwachtingen kan dit spelen, in de zin dat er tegenverwachtingen op kunnen komen, dus het bedenken van allerlei (angstige/nadelige) mogelijkheden die eventueel kunnen gebeuren (denk daarbij aan de verwachtingen bij een fobie).
Een persoon met, volgens Freud, 'een gezond voorstellingsleven' (p. 143), kan deze contrastvoorstellingen en tegenverwachtingen remmen en onderdrukken - dat wat bij de neurosen (waaronder hysterie) nou juist niet lukt. Bij de neurotici komt dit tot uitdrukking evenwel als pessimisme (gedrukte stemming doordat we geloven ons voornemen niet te kunnen waarmaken) of in de verschijning van talrijke fobieën (allerlei angstige verwachtingen t.o.v. bepaalde situaties of voorwerpen). De niet-neuroticus onderdrukt of remt de angstige voorspellingen (contrastvoorstellingen) dus, de neuroticus versterkt deze juist. Bij mensen met neurasthenie (een subgroep van de neurosen) worden de versterkte contrastvoorstellingen als het ware verbonden met de wilsvoorstelling, wat tot een wilszwakte leidt waar de patiënt zich zelf van bewust is. Bij de hystericus echter, loopt dit anders. De pijnlijke contrastvoorstelling wordt ontkoppeld van het voornemen en leeft (voor de patiënt onbewust) als afgescheiden voorstelling voort. Kenmerkend voor de hysterie is dan dat de contrastvoorstelling - op het moment dat de hystericus tot uitvoering van het voornemen moet komen - ineens opspeelt. In het voorbeeld van de hysteriepatiënte dat Freud beschrijft zou dat ongeveer betekenen dat de vrouw in kwestie allerlei (onbewuste) angsten heeft met betrekking tot het (borst-)voeden van haar kind (b.v. dat het niet gaat lukken, dat haar kind dan ondervoed raakt etc.), maar zich stellig voorneemt het voeden voort te zetten en er zonder problemen aan begint. Maar vervolgens gedraagt zij zich alsof ze het kind juist niet wil voeden en verschijnen allerlei symptomen die de voortzetting van het voeden verhinderen, zoals gebrek aan eetlust, pijn bij het aanleggen van het kind aan de borst, spijsverteringsproblemen etc.
"De contrastvoorstelling krijgt om zo te zeggen als tegenwil vaste voet, terwijl de patiënt zich tot zijn verbazing bewust is van een resolute, maar machteloze wil." (p. 144 - onderstreping door mij)
Had nu de patiënte niet geleden aan hysterie maar aan neurasthenie, dan was patiënte bang geweest voor de taak (het geven van borstvoeding), zou ze zich uitvoerig met de risico's bezig hebben gehouden en na veel twijfelen en zelfkwelling het voeden toch hebben doorgezet - of niet omdat ze te bang was. Bij de neurasthenie gaat het dus veeleer om wilszwakte. Bij de hysterie om perversie van de wil en is er 'verbazing en verbittering over de inwendige verscheurdheid, die de patiënt niet begrijpt.' (p. 145)
Freud benoemt dat het hem herhaaldelijk is gelukt het psychisch mechanisme van de hysterie aan te tonen tijdens het uithoren van de patiënt onder hypnose. Hij beschrijft nog een kort voorbeeld waarin hij hetzelfde mechanisme ontdekte en waarbij het opvallend is dat de patiënt onder hypnose goed aan kan duiden waaraan het symptoom zijn oorsprong ontleende, maar in normale waaktoestand niet.
"Al met al heeft de hysterie aan deze manifestatie van de tegenwil de demonische trek te danken die haar zo vaak eigen is en die zich hierin uit dat de patiënten juist iets niet kunnen wanneer en waar zij dat het vurigst willen, dat zij precies het tegendeel doen van wat men hun gevraagd heeft, en dat zij alles moeten beschimpen en verdacht maken wat hun dierbaarst is. De karakterperversie van hysterici, de lust die hen bekruipt om het slechte te doen, om ziekte te moeten veinzen wanneer zij het vurigst wensen gezond te zijn - wie hysterische patiënten kent, weet dat deze dwang heel vaak de onbersipelijkste karakters treft wanneer zij een tijdlang hulpeloos aan hun contrastvoorstellingen zijn prijsgegeven." (p. 148)
Er is nog één aandoening waarbij zich een soortgelijk mechanisme voordoet, namelijk de tics (door Freud ook een vorm van neurose genoemd). Daaronder zal tegenwoordig waarschijnlijk ook het syndroom van Gilles de la Tourette vallen. Bij tics gaat het volgens Freud eveneens om de tegenwil die zich manifesteert.
Een interessante uitwerking van het psychische mechanisme van de hysterie! Het zegt echter nog weinig over de etiologie van de hysterie - waarover Freud uiteindelijk meerdere theorieën zal ontwikkelen die we nog tegen gaan komen.
Kommentare