Boek 4 post 06: pagina 64 - 71 (totaal aantal gelezen pagina's: 2058)
Vanaf nu wordt de inhoud van dit werk van Freud vrij expliciet en daarmee ook uitdagender om kort samen te vatten. Wat Freud schrijft over seksualiteit roept veel op, van enige verbijstering tot herkenning, maar het is een moeilijk gebied om mijn eigen associaties vrijelijk op los te laten, gezien de aard van het onderwerp. Je zult denken dat het weerstand is, en dat is het ook. Ik bewaar mijn persoonlijke associaties over dit onderwerp liever voor mezelf dan deze openlijk en permanent op het internet te delen. Aan exhibitionisme zal ik me dus niet vuilmaken.
Wel ben ik aanvullende (actuele) literatuur ernaast aan het lezen. Recent heb ik onderstaand boek aangeschaft. Misschien dat ik daarin deels antwoord kan vinden op de vraag welke delen van Freuds originele theorie die we hier lezen, heden ten dage nog als leidend worden beschouwd en welke inmiddels aan relevantie hebben ingeboet.
We waren gebleven bij de erogene zones van het kind. Freud had aan de hand van het sabbelen (de orale zone) uitgelegd hoe een kind genot kan beleven aan het eigen lichaam. De andere zones en de wijze waarop het kind daar lust aan beleeft komen nu aan bod.
Te beginnen met 'de anale zone'.
Hierbij moeten we begrijpen dat de anale zone een plek is die gevoelig is voor prikkels, en er derhalve een bepaalde lust aan ontleend kan worden. Een citaat lijkt me het hier op zijn plaats, aangezien Freud heel wat aan deze lichaamsfunctie weet toe te schrijven. Een niet onomstreden standpunt, lijkt me zo.
Kinderen die de erogene prikkelgevoeligheid van de anale zone uitbuiten, verraden zich doordat zij de stoelgangmassa’s ophouden totdat hun ophoping heftige spiercontracties uitlokt en er bij het passeren door de anus een krachtige prikkel op het slijmvlies wordt uitgeoefend. Naast pijn wordt hierbij waarschijnlijk een wellustige sensatie opgeroepen. Het is een van de duidelijkste voortekenen van latere zonderlingheid of nervositeit als een zuigeling hardnekkig weigert zijn darmen te ledigen wanneer hij op het potje wordt gezet, dus wanneer zijn verzorger het wenst, en hij deze functie alleen verricht als het hem uitkomt. Natuurlijk is hij er niet op uit zijn bed te bevuilen; hij zorgt er alleen voor dat de extra lustwinst hem bij de defecatie niet ontgaat. De opvoeders voelen het opnieuw goed aan als zij kinderen die deze verrichtingen ‘opsparen’ ondeugend noemen. (p. 64-65)
Niet alleen beleeft het kind mogelijk een wellustige sensatie aan het gebruik van dit lichaamsdeel, het kan er tegelijkertijd een zekere macht mee uitoefenen ten opzichte van de ouders:
De darminhoud, die zich—als prikkellichaam voor een seksueel gevoelig slijmvliesoppervlak—gedraagt als de voorloper van een ander orgaan, dat pas na de fase van de kinderjaren in actie zal komen, heeft voor de zuigeling nog andere belangrijke betekenissen. Blijkbaar wordt de darminhoud door het kind als een eigen lichaamsdeel beschouwd, hij vormt het eerste ‘geschenk’ dat het wezentje kan weggeven, waarmee het zijn plooibaarheid tegenover zijn omgeving uitdrukt, of dat het kan weigeren, waarmee het zijn koppigheid uitdrukt. (p. 65)
Tsja, ik kan hier inhoudelijk weinig commentaar op geven. Ik zou niet weten wat er tegenwoordig door de huidige psychoanalyse over gezegd wordt, hoe deze theorie is bewezen of ontkracht, ik weet het niet.
Dan de 'genitale zone'.
Dit is de zone van de genitaliën, waarmee bij de jongen de penis (eikel) en bij het meisje de vagina (clitoris) verbonden zijn. Door de anatomische plaats van deze zone, door de afscheidingsproducten waarmee ze wordt overspoeld, door het wassen en wrijven bij de lichaamsverzorging en door bepaalde toevallige excitaties zal het lustgevoel dat dit lichaamsdeel kan verschaffen, zich al in de zuigelingenperiode aan het kind kenbaar maken en de behoefte aan herhaling opwekken. Dat het kind masturbatorische handelingen uitvoert lijkt voor Freud een feit te zijn: (p. 66-67)
De handeling die de prikkel elimineert en de bevrediging veroorzaakt, bestaat uit een wrijvende aanraking met de hand of uit de uitoefening van—stellig reflectorisch voorgevormde—druk door de hand of het samenpersen van de dijbenen. Het laatste wordt door meisjes veruit het vaakst toegepast. Bij jongetjes geeft de voorkeur voor de hand al aan hoe belangrijk later de bijdrage van de overmeesteringsdrift aan de mannelijke seksualiteit zal worden.
Freud onderscheidt in de kinderlijke masturbatie drie (aan de leeftijd gebonden) fasen: de zuigeling zou zich een korte periode met onanie inlaten, d.w.z. het beleeft een bepaald genot bijvoorbeeld bij aanraking of bij het plassen of sabbelen, waarna dit weer uitdooft. De tweede fase waarin de seksuele drift weer ontwaakt is meestal voor het vierde levensjaar. Deze zal dan een tijdlang actief blijven tot ze opnieuw onderdrukt wordt óf ononderbroken voortduurt (tot aan de puberteit - derde fase - waarin ze weer opleeft). We blijven nu even bij de tweede fase. In welke vormen de masturbatie in deze fase ook optreedt, volgens Freud laat zij zeer diepe (onbewuste) impressiesporen achter op het kind en deze bepalen de ontwikkeling van zijn karakter wanneer hij gezond blijft, maar ook de symptomen van zijn neurose wanneer hij na zijn puberteit ziek wordt.
De wederopleving van de seksuele activiteit in deze levensfase (tussen 3-5 jaar) kan behalve door innerlijke veroorzaking ook door buitenaf gestimuleerd worden: door verleiding door een volwassene.
Het kind wordt bijvoorbeeld door een volwassene of een ander (rijper) kind als seksueel object behandeld en leert op die manier (onder diep ingrijpende omstandigheden) de bevrediging van de genitale zones kennen. Daarna blijft het kind het meestal gedwongen deze onanie te herhalen.
Freud legt uit dat een kind onder invloed van een dergelijke, seksuele verleiding 'polymorf pervers' kan worden, wat inhoudt dat het tot alle mogelijke grensoverschrijdingen te verleiden is. Het kind heeft hier een aanleg voor door zijn leeftijd: de uitvoering van seksuele handelingen stuit immers nog op weinig weerstanden omdat "de psychische dammen tegen seksuele excessen - schaamte, walging en moraal - afhankelijk van de leeftijd van het kind, nog niet zijn opgetrokken of nog in aanbouw zijn." (p.69)
Het kind is in die zin dus een makkelijke prooi. Het heeft nog geen weet van de seksuele betekenis van de handelingen waartoe het verleid wordt, en heeft bovendien nog nauwelijks innerlijke barrières daartoe, omdat deze zich pas gedurende de ontwikkeling zullen vormen. Dit werpt mijns inziens ook licht op de kwestie waarom zoveel kinderen die op jonge leeftijd seksueel misbruikt zijn, zich daar niet in alle gevallen tegen verzetten. Het doet mij denken aan de documentaire 'Leaving Neverland', waarin twee mannen vertellen over hoe zij seksueel verleid werden door popster Michael Jackson. Hun verhalen geven een voorbeeld van hoe deze verleiding bij een kind eigenlijk heel gemakkelijk verloopt, hoe snel een kind zich laat verleiden, mede omdat het zelf nog niet weet wat wel en niet gepast is. Een ieder die de documentaire bekeken heeft zal dit herkennen. Wat natuurlijk wel aan deze specifieke documentaire kleeft is dat de zaak rondom Michael Jackson nogal controversieel is en er mogelijk allerlei (financiële) belangen meespelen, wat de geloofwaardigheid enigszins onder druk zet. Desalniettemin is het verhaal van de mannen zo krachtig dat het naar mijn mening door die speculaties heen breekt. Recent zag ik nog twee andere documentaires over dit onderwerp, beide even schokkend als interessant:
2-Doc Niks aan de hand: In 'Niks aan de Hand’ vertelt Miranda hoe ze als kind het misbruik kon doorstaan, hoe en waarom ze het voor iedereen verborgen hield en op welke manieren het ruim dertig jaar later haar leven nog steeds beheerst. In de documentaire zie je hoe Miranda de ultieme confrontatie aangaat met de dader, haar neef.
En op Netflix het bijzondere verhaal van twee tweelingbroers die werden misbruikt door hun moeder (een docu die nog andere interessante thema's aansnijdt):
Het kind wordt bij verleiding door een volwassene in wezen voortijdig in contact gebracht met een seksueel object (de volwassene) waaraan het kind (en de geslachtsdrift van het kind) aanvankelijk geen behoefte heeft. De infantiele seksualiteit is immers in hoofdzaak nog alleen op het kind zelf gericht (aanrakingen, lust beleven aan het eigen lichaam via de erogene zones - dat wat Freud 'partiele driften' noemt) en niet op anderen (het zoekt zelf nog geen seksueel object op om lust mee/aan te beleven). Toch merkt Freud daarin ook uitzonderingen op:
Toch moeten wij erkennen dat ook het infantiele geslachtsleven, hoezeer de macht van de erogene zones ook overheerst, componenten vertoont waarvoor van meet af aan andere personen als seksueel object in aanmerking komen. Een voorbeeld hiervan zijn de van erogene zones relatief onafhankelijke drift van de kijk- en exhibitielust en de drift tot wreedheid, die pas later nauwe betrekkingen met het genitale leven aangaan, maar zich al in de kinderjaren manifesteren als aanvankelijk van de erogene seksuele activiteit gescheiden, zelfstandige strevingen. Het kleine kind is bovenal schaamteloos en geeft in bepaalde vroege levensjaren blijk van een onmiskenbaar behagen in het ontbloten van zijn lichaam, met speciale accentuering van de geslachtsdelen. De tegenhanger van deze als pervers beschouwde neiging, de nieuwsgierigheid naar de aanblik van andermans genitaliën, wordt waarschijnlijk pas evident in iets latere kinderjaren, wanneer de barrière van het schaamtegevoel al een zekere omvang heeft bereikt. (p. 70)
Het kijken naar andermans lichaam en genitaliën kan zowel door verleiding door een volwassene opgewekt worden, maar het kan ook als spontane seksuele uiting bij een kind optreden.
Kleine kinderen wier aandacht—meestal door masturbatie—eenmaal op de eigen genitaliën is gericht, doen de volgende stappen gewoonlijk uit eigen beweging en ontwikkelen een levendige belangstelling voor de genitaliën van hun speelkameraadjes. Omdat de gelegenheid om deze nieuwsgierigheid te bevredigen zich meestal alleen bij bevrediging van de beide excretiebehoeften voordoet, worden zulke kinderen voyeurs, geestdriftige toeschouwers bij het urineren en defeceren van anderen. Nadat de verdringing van deze neigingen is begonnen, blijft de nieuwsgierigheid naar de aanblik van vreemde genitaliën (van de eigen of de andere sekse) als een kwellende drang bestaan, die vervolgens in sommige neurotische gevallen de sterkste drijfkracht voor de symptoomvorming is. (p.70)
Ook aan de erogene zones verbonden is de wreedheidscomponent van de geslachtsdrift (bij volwassenen). Ook deze zou bij kinderen zich al geleidelijk ontwikkelen. Een kindkarakter is volgens Freud vrij gemakkelijk tot wreedheid geneigd, omdat het vermogen tot medelijden pas betrekkelijk laat wordt gevormd (een klein kind kan zich nog nauwelijks in de ander verplaatsen). Kinderen die een opvallende wreedheid naar dieren en speelkameraadjes aan de dag leggen, ondernemen volgens Freud meestal intensieve voortijdige seksuele activiteiten die van erogene zones uitgaan. Wanneer de barrière van het medelijden wegvalt, ontstaat het gevaar dat deze in de kindertijd gelegde verbinding tussen de wrede en de erogene driften in het latere leven niet meer te verbreken blijkt en zo een grond creëert voor sadistische impulsen in de volwassen seksualiteit.
Tot zover vandaag. Ik kan deze materie alleen in kleine doses to me nemen en reproduceren :-).
In de volgende blog het laatste deel over de infantiele seksualiteit.
Comments